Huisartsen

Wat wij doen

Rezisto  stelt een FarmacoTherapeutisch Overleg (FTO) beschikbaar rondom gepast gebruik van antibiotica. Het programma is ontwikkeld door het RIVM in samenwerking met de Universiteiten van Amsterdam en Utrecht, de LHV (Landelijke Huisartsen Vereniging) en het NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap). In 2017 heeft het ministerie van VWS het verminderen van onnodig antibioticagebruik, in zowel de tweede als de eerste lijn, als speerpunt geformuleerd.

In dit FTO behandelt een huisarts-expert de volgende onderwerpen:

  • Hoe verhoudt het voorschrijfgedrag van jouw praktijk voor antibiotica bij veel voorkomende bacteriële infecties zich ten opzichte van de praktijken in jouw FTO groep en ten opzichte van landelijke benchmark waarden?
  • Enkele achtergronden bij het voorschrijven van antibiotica bij veel voorkomende infecties.
  • Basiskennis over het ontstaan en verspreiden van antibiotica resistentie.
  • Communicatie met patiënten over al dan niet voorschrijven van antibiotica.
  • Casuïstiek.

22 Farmaco Therapeutisch Overleg (FTO) groepen hebben de afgelopen twee jaar meegedaan aan het FTO ‘Juist Gebruik Antibiotica’! Het FTO ‘Juist Gebruik Antibiotica’ koppelt voorschriften aan episodes in het HIS. Dit maakt het mogelijk om voorschrijfgedrag tussen praktijken en een landelijke benchmarkwaarde te vergelijken. Dit inzicht draagt bij aan het verminderen van onnodig antibioticagebruik.

De huisartsen van de FTO-groepen zijn enthousiast over het programma, vertelt huisarts Dré Bartels. De getoonde resultaten van onderzoek over nut en onnut van antibioticagebruik geven vaak nieuwe inzichten voor de deelnemers. “Ik ga nu echt minder antibiotica voorschrijven” is de meest gehoorde reactie na het FTO. Anderen nemen mee minder breed te willen gaan voorschrijven.

Al met al is dit FTO een aanwinst voor de Nederlandse huisarts. We hopen komend jaar opnieuw meerdere programma’s te mogen verzorgen. Wij komen graag bij jullie langs in de FTO-groep!

Ter voorbereiding op dit FTO ontvang je van de huisarts-expert een analyse. Deze is gebaseerd op de voorschrijfgegevens uit het HIS. De kosten van de dataextractie die hiervoor nodig is, worden gedragen door het zorgnetwerk Rezisto.

Houd voor het FTO rekening met een tijdsinvestering van ca 1,5- 2 uur. De dataextractie vraagt 6 weken tijd.

Het FTO kan zowel online als fysiek georganiseerd worden.

Om aandacht te vragen voor het FTO kun je deze flyer gebruiken.

Aanbod

Wij bieden huisartsen verschillende interessante mogelijkheden aan. Klik op de links om ons aanbod te bekijken.

Contact

Voor meer informatie of voor het aanmelden van jouw praktijk voor dit FTO kun je contact opnemen met contact@rezisto.nl

10 tot 20 procent van de klinische opgenomen patiënten heeft een medicijnallergie of overgevoeligheid geregistreerd in hun elektronisch dossier. Een penicilline allergie is hierbij het meest voorkomend. Dit leidt tot meer gebruik van breedspectrum antibiotica wat direct nadelen voor de patiënt kan hebben en bijdraagt aan ontwikkeling van resistentie. 85 tot 90% van deze registraties betreft echter geen daadwerkelijk allergische reacties.

In het antibiotica (AB) allergie ontlabeling project worden onterechte registraties opgespoord en verwijderd. De werkwijze is in 2023 getest en uitgevoerd in samenwerking met het Elisabeth TweeSteden ziekenhuis in de regio Tilburg en Den Bosch.

Wil je meer weten, lees dan hier verder.

Aanbod

Wij bieden huisartsen verschillende interessante mogelijkheden aan. Klik op de links om ons aanbod te bekijken.

In 2014 is de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO) gestart met het project Samenwerking Medici en Dierenartsen (SaMeDi). Dit project had als doel huisartsen en dierenartsen regionaal kennis te laten maken met elkaar en met elkaars expertise. Er zijn op dit moment 18 SaMeDi netwerken actief in 3 provincies (Zeeland, Noord-Brabant en Limburg), waarvan 11 in Noord-Brabant.

Een goed werkend, lokaal en regionaal netwerk is van groot belang bij vraagstukken als antibioticaresistentie, uitbraakmanagement en zoönosen. Daarom past het SaMeDi project ook goed bij de netwerkgedachte van Rezisto.

De SaMeDi netwerken bestaan uit lokale dierenartsen en huisartsen van verschillende praktijken (groepen zijn 10-15 personen groot). In sommige netwerken sluiten ook andere medici aan (medisch specialisten, tandartsen, DI’s). Per netwerk trekken een huisarts en een dierenarts de kar. Zij worden ondersteund door de projectondersteuner van Rezisto.

Netwerken komen ieder half jaar bij elkaar. Groepen hebben invloed op het onderwerp en de invulling van de bijeenkomst. Het kan gaan over het opbouwen van het netwerk, maar ook over zoönosen of Veehouderij, Gezondheid en Omwonenden (VGO). Er is, naast de inhoud, ook altijd ruimte voor even bijpraten of een discussie.

Bijeenkomsten vinden plaats op huis- en dierenartsenpraktijken, maar een bezoek aan een veehouder of het laboratorium van een ziekenhuis behoort ook de tot de mogelijkheden. Daarnaast wordt met elkaar vaak een hapje gegeten op de locatie.

Ben je huisarts of dierenarts, werkzaam in Noord-Brabant, nog geen lid van een netwerk en wil je je ergens aansluiten? Of speel je met de gedachte om een eigen netwerk binnen jouw regio te beginnen? Neem dan contact met ons op! We verbinden je graag met een bestaand netwerk, of gaan met je op zoek naar mogelijke partners voor een nieuw netwerk.

Aanbod

Wij bieden huisartsen verschillende interessante mogelijkheden aan. Klik op de links om ons aanbod te bekijken.

Contact

Wil je meer weten over SaMeDi, neem dan contact op met Rozan van Rossum.
rvanrossum@lely.com

Goede behandeling begint bij goede diagnostiek. Het door Rezisto ontwikkelde diagnostisch toetsoverleg (DTO) richt zich specifiek op diagnostiek van urineweginfecties in de eerste lijn. In het DTO behandelen een arts-microbioloog van het medisch microbiologisch laboratorium waar uw diagnostiek is ondergebracht en een huisarts van de toetsgroep samen de volgende onderwerpen:

  • Uitslagen van aanvullend onderzoek bij UWI interpreteren.
  • Update over voorkomen en resistentiepatronen van verwekkers van UWI, landelijk en in de eigen regio.
  • Beleid bij UWI in specifieke patiëntgroepen bepalen

Het DTO programma is inmiddels ontwikkeld. In de eerste helft van 2023 testen we het programma in verschillende groepen in de regio. In de tweede helft van 2023 komt het DTO beschikbaar voor alle groepen in Noord-Brabant.

Aanbod

Wij bieden huisartsen verschillende interessante mogelijkheden aan. Klik op de links om ons aanbod te bekijken.

Contact

Voor meer informatie of aanmelden, mail naar Dré Bartels

Het project hygiëne en infectiepreventie in de huisartsenpraktijk (HIP in de HAP) heeft tot doel de infectiepreventie in de eerste lijn te verbeteren. Hierdoor worden zorginfecties voorkomen en kan antibioticaresistentie worden tegen te gaan. We hebben het over handhygiëne, persoonlijke beschermingsmiddelen, scheiding ‘schoon’ en ‘vuil’ en afvalstromen. Ook gaat het over reiniging, desinfectie en sterilisatie van instrumentarium. Waar kun jij als zorgverlener winst halen? Wij brengen de sterke en zwakke punten in je huisartsenpraktijk in beeld. Zo weet jij waar je staat. Vervolgens ga je zelf aan de slag met onze ondersteuning. Wij bieden 30 verbetertrajecten kosteloos (subsidie Rijksoverheid) aan in 2023 aan huisartsenpraktijken in de regio Brabant en Gelderland.

Dit project is een samenwerkingsverband tussen de zorgnetwerken Rezisto en GAIN.

Meer informatie

Voor meer informatie lees hier verder.

Vragen of meedoen?

Wil je meedoen? Stuur een email naar: contact@rezisto.nl en vermeld de volgende gegevens: [u naam en telefoonnummer], [naam praktijk], [aantal locatie(s) praktijk], [voorkeur voor weeknummer/ dag voor locatiebezoek].

Neem bij vragen of voor meer informatie gerust contact met ons op: contact@rezisto.nl.

Aanbod

Wij bieden huisartsen verschillende interessante mogelijkheden aan. Klik op de links om ons aanbod te bekijken.

Antibioticagebruik inzichtelijk maken, ook bij de gezelschapsdierenarts

Onnodig of onjuist gebruik van antibiotica leidt tot meer antibioticaresistentie, en dat is onwenselijk. Door terughoudend en selectief te zijn bij het voorschrijven van antibiotica, kunnen behalve huisartsen ook gezelschapsdierenartsen bijdragen aan het terugdringen van onnodig of onjuist antibioticagebruik. De faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht heeft in samenwerking met partners subsidie gekregen van ZonMw om een succesvol programma voor huisartsen te vertalen naar gezelschapsdierenartsen.

Uit onderzoek blijkt dat huisartsen en dierenartsen soms antibiotica  voorschrijven wanneer dat volgens de richtlijnen onnodig of onjuist is. En er  zijn meer overeenkomsten tussen huisartsen en dierenartsen. De consulten in  de eerste lijn duren kort en hebben weinig diagnostische hulpmiddelen en tests beschikbaar. Daardoor zijn er beperkte mogelijkheden om een heel precieze  diagnose te stellen of een verwekker vast te stellen. Ook is de vertrouwensrelatie tussen huisarts en patiënt vergelijkbaar met die tussen dierenarts en diereigenaar. De dierenarts wil graag helpen en de eigenaar stelt dit op prijs. Die persoonlijke relatie maakt soms dat de dierenarts, net als de huisarts, aan de veilige kant gaat zitten en voor alle zekerheid antibiotica voorschrijft, ook wanneer dit misschien niet nodig is.

Van SABEL naar SABEL-MedVet

Bij huisartsen is eerder het project ‘Spiegelinformatie AntiBiotica EersteLijn’ (SABEL) ontwikkeld en uitgerold, met als doel: vermindering van het onnodig of onjuist voorschrijven van antibiotica. Dit initiatief wordt nu vertaald naar de veterinaire wereld met SABEL-MedVet. Het project is uitgedacht door de  onderzoekers Els Broens van de faculteit Diergeneeskunde en Alike van der Velden van het Universitair Medisch Centrum Utrecht, samen met een grote groep partners: Instituut Verantwoord Medicijngebruik, RIVM, Rezisto regionaal AMR Zorgnetwerk Noord-Brabant, KNMvD, IVC Evidensia, IDEXX Animana en de Stichting Diergeneesmiddelenautoriteit (SDa).

Voorlichting en feedback

In het SABEL-project voor huisartsen worden anonieme medische gegevens uit het elektronisch patiëntendossier gebruikt om per praktijk te berekenen hoe vaak een antibioticum wordt voorgeschreven en welk antibioticum bij welke diagnosen. Deze informatie wordt tijdens een intervisiebijeenkomst inzichtelijk gemaakt per praktijk en vergeleken met het voorschrijfgedrag van collega-huisartsenpraktijken en landelijke uitkomsten. SABEL-MedVet kent eenzelfde aanpak voor gezelschapsdierenpraktijken.

Enthousiast

Broens licht toe: “Het is zo logisch om dit ook met dierenartsen te gaan doen! Huisartsen die meededen aan SABEL waren enthousiast over de gespiegelde informatie en de nascholing die ze kregen. De klinische diagnosen waarbij in de eerste lijn onnodige of onjuiste antibiotica worden voorgeschreven komen veelal overeen tussen huisartsen en dierenartsen. Denk aan infecties van de voorste luchtwegen, huid of urinewegen. Wel is de manier waarop dierenartsen patiëntgegevens vastleggen minder gestructureerd. Dus dat wordt nog een uitdaging. Maar gelukkig hebben we verschillende partners aan boord die hierbij kunnen helpen.”

Registratie in PetScan

Het diagnose-registratiesysteem PetScan, ontwikkeld door het ExpertiseCentrum Genetica Diergeneeskunde, maakt centrale monitoring van diagnosen mogelijk. Daarnaast heeft de SDa al jarenlange ervaring met het centraal registreren en verwerken van gegevens over antibioticaprescriptie. Wanneer PetScan en het systeem van de SDa geïntegreerd worden in het patiëntmanagementsysteem (PMS) van de deelnemende dierenartsenpraktijken, worden diagnose en voorgeschreven antibiotica gekoppeld en verstuurd naar een centrale database die beheerd wordt bij de faculteit Diergeneeskunde. Dit gebeurt anoniem en is niet terug te voeren op het dier of de eigenaar. Wel kan zo het voorschrijfgedrag van de dierenartsen in een praktijk inzichtelijk gemaakt worden en kan hierop feedback worden gebaseerd.

Voor elke gezelschapsdierenpraktijk

Broens vult aan: “We hebben ook eerstelijns-dierenartsen nodig die met ons meedenken; daarom zijn de KNMvD en IVC Evidensia betrokken. En we zijn ook heel blij dat IDEXX Animana één van de partners is, want zij kunnen meedenken en bijdragen aan de registratie van gegevens in het PMS en het uit dat systeem halen van de benodigde informatie. Overigens is het niet de  bedoeling dat we dit programma alleen ontwikkelen voor Evidensia-praktijken of praktijken die IDEXX Animana gebruiken als praktijkmanagementsysteem. Alle partners zien de noodzaak om de uitkomsten van het project beschikbaar te maken voor alle gezelschapsdierenpraktijken in Nederland en mogelijk zelfs daarbuiten.”

Na implementatie in het PMS kunnen dierenartsen hun eigen voorschijfgedrag voor een specifieke indicatie in een specifiek tijdvak heel gemakkelijk zelf uit hun eigen PMS halen, en zo bijvoorbeeld spiegelen aan landelijke gegevens of gegevens van een samenwerkingsverband of van collega’s binnen dezelfde  praktijk. Dit soort spiegelinformatie geeft de dierenarts handvatten voor het evalueren van het eigen voorschrijfpatroon.

Voortbouwen op ontwikkelingen in de veehouderij

Het antibioticagebruik in de veehouderij is in de afgelopen jaren sterk teruggedrongen en verbeterd door de inzet van vele samenwerkende partijen. Nu is het zaak dit ook te bereiken bij gezelschapsdieren.

Het dossiernummer bij ZonMw is 10680012310013

ENGLISH

Mapping Antibiotic Use, Also for Companion Animal Veterinarians

Unnecessary or improper use of antibiotics leads to increased antibiotic resistance, which is undesirable. By being cautious and selective when prescribing antibiotics, companion animal veterinarians, like general practitioners (GPs), can help reduce unnecessary or improper antibiotic use.

The Faculty of Veterinary Medicine at Utrecht University, in collaboration with partners, has received funding from ZonMw to adapt a successful program for GPs to companion animal veterinarians.

Similarities Between GPs and Veterinarians

Research shows that both GPs and veterinarians sometimes prescribe antibiotics unnecessarily or incorrectly, according to guidelines. And there are  more similarities between these two professions. Primary care consultations are brief and often lack extensive diagnostic tools or tests, limiting the ability to make precise diagnoses or identify the pathogen.

Additionally, the trust-based relationship between a GP and patient is similar to that between a veterinarian and pet owner. Veterinarians want to help, and owners appreciate this effort. This personal relationship can sometimes lead veterinarians, like GPs, to err on the side of caution and prescribe antibiotics just in case, even when it might not be necessary.

From SABEL to SABEL-MedVet

The project “Spiegelinformatie AntiBiotica EersteLijn” (SABEL, or “Feedback Information on Antibiotics in Primary Care” was previously developed and implemented for GPs to reduce unnecessary or improper antibiotic prescriptions. This initiative is now being translated to the veterinary field as SABEL-MedVet. The project is spearheaded by researchers Els Broens from the Faculty of Veterinary Medicine and Alike van der Velden from the University Medical Center Utrecht, alongside numerous partners, including the Institute for Responsible Medication Use, RIVM, Rezisto (Regional AMR Care Network North Brabant), KNMvD, IVC Evidensia, IDEXX Animana, and the Dutch Veterinary Medicines Authority (SDa).

Education and Feedback

In the SABEL project for GPs, anonymous medical data from electronic patient records is used to calculate how often antibiotics are prescribed in each  practice and which antibiotics are used for specific diagnoses. This information is shared in intervision meetings, where it is compared with the prescribing behavior of other practices and national outcomes. SABEL-MedVet applies a similar approach for companion animal practices. Enthusiastic Broens explains: “It makes so much sense start this with veterinarian as well! GPs who participated in SABEL were enthusiastic about the feedback and training they received. The clinical diagnoses where unnecessary or improper antibiotics are prescribed in primary care are often similar between GPs and veterinarians, such as respiratory, skin, or urinary tract infections. However, veterinarians’ recording of patient data is less structured, which will be a challenge. Fortunately, we have various partners on board who can assist with this.”

Registration via PetScan

The PetScan diagnosis registration system, developed by the Expertise Center for Genetics in Veterinary Medicine, enables centralized monitoring of diagnoses. Additionally, the SDa has years of experience with centralized recording and processing of antibiotic prescription data. Integrating PetScan and the SDa system into the patient management system (PMS) used by participating veterinary practices will link diagnoses with prescribed antibiotics, sending anonymized data to a central database managed by the Faculty of Veterinary Medicine. While this data cannot be traced back to specific animals or owners, it provides insights into prescribing behavior, enabling feedback to practices.

For All Companion Animal Practices

Broens adds, “We also need input from first-line veterinarians, which is why KNMvD and IVC Evidensia are involved. We’re also pleased to have IDEXX Animana as a partner, as they can contribute to data registration in the PMS and retrieving the necessary information from the system. Importantly, this program is not being developed exclusively for Evidensia practices or those using IDEXX Animana’s PMS. All partners recognize the need to make the project’s outcomes accessible to all companion animal practices in the Netherlands and potentially beyond.”
After PMS implementation, veterinarians will easily be able to retrieve their own prescribing data for specific indications over a particular timeframe and compare it with national data, information from a collaborative network, or colleagues within the same practice. This feedback empowers veterinarians to evaluate and adjust their prescribing patterns.

Building on Progress in Livestock

In recent years, antibiotic use in livestock farming has been significantly reduced and improved thanks to the efforts of many collaborating parties. The next step is to achieve similar progress in veterinary companion animals practices.

Het file number at ZonMw is 10680012310013 (in Dutch).

Het risicoprofiel geeft inzicht in een aantal risico’s op het gebied van antibiotica resistentie in de regio Noord-Brabant. In 2022 is dit risicoprofiel herzien.

Vanuit beschikbare bronnen zoals landelijke surveillance gegevens en kenmerken van de regio zoals te vinden op de website van het CBS zijn gegevens in beeld gebracht.

In twee online duidingsbijeenkomsten met professionals zijn de gegevens geduid en aangevuld met praktijkervaring.

Het risicoprofiel bevat de volgende onderwerpen:

  • Demografische kenmerken
  • Zorginstellingen
  • Surveillance
  • Antibioticagebruik
  • Effecten Corona
  • Beleving onder burgers
  • Infectiepreventie
  • Visie en netwerkplan Rezisto
  • Risico-inventarisatie per sector

Het risicoprofiel brengt de zorginstellingen in kaart en geeft inzicht in een aantal risico’s op het gebied van antibiotica resistentie in de regio Noord-Brabant waarvoor Rezisto werkzaam is.

Het risicoprofiel is te raadplegen via deze online publicatie met eenvoudige navigatie.

Een samenvatting vind je hier.

Hans Augustijn, regionaal epidemiologisch consulent en onderzoeker bij GGD West Brabant en Lieke Raijmakers, onderzoeker bij GGD West Brabant zijn, samen met een werkgroep, de opstellers van dit profiel.

Contact

Thera Habben Jansen thabbenjansen@amphia.nl.

Het voorkomen en beperken van ontwikkeling en verspreiding van resistente bacteriën is een belangrijk doel van Rezisto. Resistente bacteriën verplaatsen zich onder andere via patiënten en zorgprofessionals. Dit betekent dat resistente bacteriën ook met patiënten meereizen over de muren van zorgorganisaties heen. Denk bijvoorbeeld aan patiënten die vanuit het ziekenhuis terechtkomen in een revalidatiekliniek, patiënten die vanuit huis naar een verpleeghuis gaan of bijvoorbeeld vanuit het ziekenhuis weer thuiskomen, maar met thuiszorg.

Het is daarom belangrijk dat eventuele patiëntinformatie over de BRMO-status ook meereist met de patiënt door de zorgketen heen. Het uitgangspunt is namelijk dat indien de ontvangende zorgpartij tijdig kennis heeft van BRMO-dragerschap bij de cliënt (of verdenking ervan), zij tijdig maatregelen kan nemen en op die manier transmissie van BRMO’s kan tegengaan.

Transmurale werkafspraken over overdracht van zorg in de keten tussen zorgorganisaties kunnen hierbij helpen. Afspraken over een goede overdracht van patiëntinformatie horen daarbij. Ook afspraken over het informeren van patiënten zelf zijn van belang.

Project

Lees hier verder over wat het project Transmurale Werkafspraken inhoudt.